Aandachtspunten bij de transitie van de jeugdzorg

1. De rol en functie  en van de gezinscoaches

De gezinscoaches zijn de spin in het web van de toegang naar de jeugdzorg voorzieningen in Deventer. Zij hebben een verbinding met het sociale team in de wijk, met de zorgteams van de basisscholen en het voorgezet onderwijs en met professionals zoals huisartsen en GGD. Eerder heeft de fractie van de ChristenUnie zich hard gemaakt voor een goed functieprofiel van de gezinscoaches. Zij moeten HBO geschoold zijn en ervaring hebben met jeugdzorg. Zij moeten in een korte periode inschatten wat de zorgvraag is van het kind/ouder. Inmiddels is duidelijk dat de groep gezinscoaches wordt samengesteld uit medewerkers van Bureau Jeugdzorg, (school-) maatschappelijk werk en MEE. Om te borgen dat de indicatie onafhankelijk wordt vastgesteld wordt deze groep aangestuurd door een externe professional. Het is nog niet duidelijk wie dat wordt. Zij maken geen deel uit van de gemeente en ook niet van een partij die zelf een belang heeft bij het leveren van zorg.

De ChristenUnie is blij met de inzet van gezinscoaches. Volgens ons is dit een goede manier om de zorg dicht bij de burger te brengen. Maar dit soort trajecten kost wel tijd. De wethouder heeft in het debat aangegeven dat er nu uitgegaan wordt van 20 gezinscoaches. Maar dat er goed gemonitord zal worden, zodat we tijdig kunnen uitbreiden of inkrimpen.

In het beleidsstuk is ook duidelijk beschreven dat de gezinscoach specialisten kan consulteren en ook dat er een korte lijn in naar het Beraad van Extra Aandacht (voor het toewijzen van meervoudige complexe zorg trajecten). In de eerdere versie stond dat het BEA zo min mogelijk samenkomt. Wij hebben aangedrongen op een BEA dat zo vaak bij elkaar komt als nodig is. Wij willen niet dat er een drempel is om zaken bij het BEA neer te leggen en ook niet dat er een wachtlijst gaat ontstaan in het bespreken van zaken. Dit is door de wethouder letterlijk in het stuk overgenomen.

2. Het budget en het inzicht in de risico's

We moeten als gemeente deze taak overnemen, maar met minder middelen. Dat is een hele verantwoordelijkheid en dat is niet zoals de ChristenUnie het heeft bedacht. Om dit goed te kunnen doen is het belangrijk dat de risico's goed in beeld zijn. Wij hebben de wethouder gevraagd de risico's te benoemen. Hier hebben we geen afdoende antwoord op gekregen. Het plotselinge besluit om toch regionaal zorg in te kopen, de wisseling van wethouder na de verkiezingen, maakt dat wij niet het vertrouwen hebben dat het risicomanagement rond de transitie op orde is. In de vastgoed- en bouwsector zijn de gemeenten door schade en schande wijs geworden. Hier werken we met mensen en kunnen we ons geen schade permitteren.

3. De positie van ouders

De gemeente heeft inmiddels contact met ouders vanuit verschillende groepen. Zowel belangengroepen als geïnteresseerde ouders hebben daarin een plek gevonden.

4. Regels m.b.t. de PGB's

In de verordening staat dat we nadere regels voor het Persoonsgebonden Budget (PGB) gaan uitwerken. De eerste versie van die uitwerking de we hebben gezien is onvoldoende. Het is voor de ChristenUnie belangrijk dat het PGB beschikbaar is. Dit is onder andere nodig om ook identiteitsgebonden zorg te kunnen inkopen, als u  dat wenst.

5. Samenwerking met het onderwijs

De samenwerking met het basisonderwijs is goed op gang gekomen. Vooral dankzij de goede zorgstructuur en de pilots die daar het afgelopen jaar hebben gedraaid. De samenwerking met het voortgezet onderwijs is een zorgpunt.

6. Privacyreglement

Het privacyreglement is nog niet op orde. Dit is heel zorgelijk. Een goede keten staat of valt met goede maar vooral zorgvuldige overdracht van gegevens. De wethouder heeft toegezegd dat dit geregeld is voor 29 oktober als de verordening in de raadsvergadering wordt vastgesteld.

7. Communicatieplan

Het communicatieplan geeft een goed inzicht in de communicatiemiddelen die er zijn.  De ChristenUnie heeft vooral aandacht gevraagd voor de persoonlijke informatie. De ouders van de kinderen die nu gebruik maken van de zorg moeten snel en juist worden voorgelicht.

8. Solidariteit binnen de regio

Er is vanaf het begin gezegd dat we als gemeenten in de regio samen verantwoordelijk zijn voor de specialistische en dure zorg. Deze instellingen hebben een regio functie. Wat dat precies betekent voor Deventer en voor de toekomst van de instellingen is nog onduidelijk. Solidair zijn met elkaar is makkelijker gezegd dan gedaan.

Voor de besluitvormende vergadering verwachten we nog info van de wethouder. Daarnaast zijn we met de ambtenaren en de andere fracties in gesprek over hoe we dit onderwerp op inhoud en op risico's kunnen monitoren.

Waar we nog meer op letten 

Bij het vaststellen van het definitieve stuk zullen wij specifiek letten op: 

• juiste uitwerking en inzet van het familieplan;
• ruimte voor keuze van de zorgaanbieder, ook identiteitsgebonden zorg moet mogelijk zijn;
• aandacht voor preventie en goede kwaliteit;
• voldoende capaciteit van de gezinscoaches;
• hoe het systeem werkt voor kinderen die buiten Deventer naar school gaan;
• of de risicobeheersing op orde is.

Nog meer jeugdzorg: onderzoek Rekenkamer, stress-test en begroting

Door de Rekenkamercommissie wordt op dit moment een onderzoek gedaan. De insteek van het onderzoek is om na te gaan of de randvoorwaarden geschapen zijn om zorg goed en efficiënt vorm te geven. De deelvragen richten zich op de doelstellingen van de transformatie en decentralisaties,  op de risico's en op de betrokkenheid van de raad.

Verder heeft de raad in een motie het college opgedragen deel te nemen aan Stress-test Jeugd. Dit is een inhoudelijke test om te kijken of de keten zoals deze op papier is bedacht, van signaal tot inzetten van zorg, in de praktijk ook zo werkt. De test wordt afgenomen door onderzoekers van Deloitte en staat gepland op 14 november.

Naast de vaststelling van allerlei documenten staat op 12 november de Begroting voor 2015 op de agenda. Dit is ook nog een gelegenheid om onderwerpen aan de orde te stellen.

Henrike Nijman

fractievoorzitter