Dubbel gevoel bij een verbod op het verbranden van religieuze boeken
In de week van Pasen en de Ramadan debatteerde de gemeenteraad over een verbod op het verscheuren of verbranden van religieuze boeken. Als gemeente gaan we daar helemaal niet over, maar in een motie van DENK werd de burgemeester opgeroepen om bij het rijk voor zo'n verbod te pleiten. De aanleiding is de aankondiging van een demonstratie in Arnhem waarbij een Koran zou worden verbrand en wat daar tot veel onrust heeft geleid. De motie riep bij mij een dubbel gevoel op.
De oproep tot een verbod is in de fractie besproken en ik heb in de voorbereiding van gedachten gewisseld met ChristenUnie-fracties in andere grote steden. Daarbij kwamen zowel voor- als tegenargumenten voor een verbod op tafel.
Symbolen van waarde
We weten als ChristenUnie heel goed welke waarde religieuze objecten en symbolen hebben voor gelovigen. De bijbel, het kruis, een doopvont en een altaar hebben bijzondere betekenis voor ons. Het doet pijn als zoiets doelbewust kapot wordt gemaakt. De wens om dat te beschermen begrijp ik heel goed.
Teken van kwade bedoelingen
Wat ook meespeelt is de intentie die spreekt uit het publiek verbranden van een religieus boek. Het gaat om het doelbewust kwetsen en vernederen van een groep gelovigen. Dat moeten we krachtig veroordelen. Iemand wees mij op een bekend citaat van Heinrich Heine (1823): "Waar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen." In Europa hebben we dat in de Tweede Wereldoorlog zien en laten gebeuren. Met het zichtbaar opkomende nationalisme, antisemitisme en islamofobie is het de vraag hoeveel ruimte willen we geven aan dit soort acties waaruit ronduit kwade bedoelingen spreken.
Grondrechten verdienen ook bescherming
Tegenover deze argumenten staan de grondrechten van demonstratie en vrijheid van meningsuiting. Ook die grondrechten zijn een groot goed en verdienen bescherming. En het is belangrijk dat die rechten ook gelden voor het uiten van kritiek op religies. Want de islam, het boedhisme, het atheïsme en (helaas) ook het christendom hebben hun donkere kanten. Die mogen en moeten benoemd worden. Dat kan prima op respectvolle wijze, ook als de kritiek scherp is. Er is geen enkele noodzaak om daarvoor religieuze symbolen kapot te maken. Laat dat duidelijk zijn.
De keerzijde van een verbod
Maar aan een verbod op vernieling of verbranding gaat nogal ver. Daar zit ook een keerzijde aan. Zo'n verbod kan ook ontaarden. Laten we niet vergeten dat vergelijkbare wetten elders in de wereld worden gebruikt om christenen en andere minderheden te vervolgen. Er zijn genoeg voorbeelden van valse beschuldigingen, en mensen die zonder fatsoenlijk proces worden vastgezet of zelfs ter dood veroordeeld.
Geen olie op het vuur
Tenslotte is het de vraag of de oproep aan het Rijk om een verbod in te stellen wel het gewenste effect heeft. De Tweede Kamer heeft al twee keer met ruime meerderheid tegen een voorstel voor een verbod gestemd. Dat zal niet snel veranderen. De oproep is misschien wel olie op het vuur. Aandacht, onrust en polarisatie, dat is precies wat bepaalde rechts-extremistische groepen willen bereiken. Daar moeten we ons niet toe laten verleiden. Het is wat mij betreft dan ook verstandig dat de motie is ingetrokken.
Als types met kwade bedoelingen zich in Deventer melden heeft de burgemeester voldoende andere middelen om de-escaleren en op te treden als dat nodig is. Laten we daarop vertrouwen.