Stilstaan bij het leed van Joodse burgers in Deventer
Begin april is in het Etty Hillesum Centrum een onderzoek naar Joods vastgoed in Deventer gepresenteerd. De onderzoekers hebben gekeken naar de onteigening van woningen en winkels van Joodse inwoners in de Tweede Wereldoorlog en naar het rechtsherstel dat na de oorlog plaatsvond. Er was ook aandacht voor de rol van de gemeente Deventer. Het is pijnlijk om te constateren dat het rechtsherstel vooral zakelijk was en dat er nauwelijks oog was voor het leed van teruggekeerde Joodse inwoners.
Onderzoek Joods vastgoed
Graven in het verleden. In Deventer doen we dat regelmatig. Soms letterlijk zoals op het Grote Kerkhof. Nu was het meer graven in de archieven en in de documenten die bij het Etty Hillesum centrum als bekend waren. Deventer is als stad trots op zijn geschiedenis, dat geeft tegelijk ook een verantwoordelijkheid om eerlijk met de duistere kanten van je geschiedenis om te gaan. Dat is ook de relevantie van het onderzoek wat nu is gedaan.
In april van dit jaar is het rapport “Joodse burgers in Deventer: onteigening en rechtsherstel” gepubliceerd. Dit onderzoek is gedaan in opdracht van de gemeente Deventer nadat diverse onderzoeksjournalisten zich hadden verdiept in nieuw gedigitaliseerde archieven. Het ging om de “Verkaufsbücher”. Documentatie waar in de Duitse bezetter heel nauwkeurig de aankoop en verkoop van vastgoed registreerde. Daarin deden ze de ontdekking dat het alleen over Joods vastgoed ging en dat deze onteigende panden doorverkocht werden. Bij een aantal transacties had de gemeente een actieve rol. In Deventer woonde voor de oorlog een grote Joodse gemeenschap die ook veel panden (woningen en winkels) bezaten. De vraag kwam dus ook in Deventer op hoe we als gemeente om zijn gegaan met deze onteigende panden en is er na de oorlog rechtsherstel geweest. Uit het onderzoek blijkt dat de gemeenten Deventer, Diepenveen en Bathmen geen onteigend Joods vastgoed hebben gekocht of overwogen hebben om dit te doen.
Bij rechtsherstel was weinig oog voor het leed
Waarom zijn dit soort onderzoeken belangrijk om zoveel jaar na dato te doen?
In het onderzoek wordt een heel stuk gewijd aan het schetsen van de context van de jaren na de oorlog. De wederopbouw, de complexe situatie van het besturen van het land, de verschillende zaken waar de mensen mee bezig waren. Veel Joodse inwoners zijn omgebracht in concentratiekampen, maar degenen die wel terugkwamen hadden moeite om weer een plek vinden. Dit zou veel tijd vergen. We zien dat nu nog steeds. De wonden van toen zijn voor sommige nabestaanden een levenslang trauma geworden.
Het rechtsherstel liep via de raad voor het Rechtsherstel die in augustus 1945 is opgericht. Zij hadden als opdracht om eigendomsrechten te herstellen. Dit was een zakelijk gebeuren. Tegenwoordig verstaan we onder rechtsherstel steeds meer. Het is meer dan alleen de eigendomsrechten. Ook begrip voor het leed dat de Joden is aangedaan, zou daar een plek in moeten krijgen.
Vanaf een afstand zie je dingen anders. Die afstand kan fysiek zijn, maar ook in de tijd. We leven nu meer dan 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog. Op het moment dat je zelf niet in een situatie zit, kun je anders kijken en taxeer je de situatie anders. Daarmee hoeven we geen oordeel te hebben over hoe het in 1945-1946 is gegaan, maar kunnen we wel kritisch kijken of we nu nog meer kunnen doen in de erkenning van het leed dat is geleden. Was het ‘zakelijke’ rechtsherstel ook werkelijk rechtsherstel? Dan mag je met die ogen kijken naar de rol van de gemeente in oorlogstijd. Ik ben blij met dit onderzoek en ook met de resultaten dat er geen aanwijzingen zijn dat de gemeente Deventer zich schuldig heeft gemaakt aan dubieuze transacties of dat de gemeente het rechtsherstel heeft belemmerd.
Herdenken en vieren
In de herdenkingen heeft erkenning van leed voor de Joodse gemeenschap en andere groepen die in het bijzonder hebben geleden in de oorlog steeds meer een plek gekregen. Vanaf 10 april hangen in deze regio al weer de eerste vlaggen op weg naar 4 en 5 mei. De periode dat de verhalen en de herdenkingen onze tijd en aandacht vragen. In het licht van dit onderzoek is het goed om stil te staan bij het leed dat de Joodse inwoners is aangedaan. Maar laten we ook onze vrijheid vieren en koesteren, want we zien hoe kwetsbaar vrijheid is. Laten we met elkaar blijven werken aan samenleven in vrede.
Het hele onderzoek uitgevoerd door de Radboud Universiteit kunt u hier vinden: Onderzoek Joods vastgoed in Deventer | Gemeente Deventer